Een belangrijk onderdeel van digitale weerbaarheid is het vermogen om je niet te laten misleiden. Wie zich online begeeft, zal zich regelmatig afvragen of iets echt waar is, of dat het mogelijk gaat om een hoax of zelfs een poging om alternatieve feiten de wereld in te slingeren. De rol van social media platforms ligt extra onder de loep nu Mark Zuckerberg heeft aangekondigd om minder te gaan doen aan fact-checking. Tijd voor een goed gesprek hierover met onderzoeksjournalist en auteur Jeroen Smit.
Jeroen, ben jij verrast door deze koerswijziging van Facebook?
Ach, verrast… Na de bewegingen van de twee keer zo rijke Musk met X.com en de overwinning van Trump was dit een serieuze dreiging die in de lucht hing. Zuckerberg heeft nooit uitgeblonken als iemand met een sterk moreel kompas. Het komt op mij erg opportunistisch over, gericht op de korte termijn.
Wat zijn de gevolgen hiervan?
Ik vind het vooral onvoorstelbaar dom. Iedereen is tegen censuur en voor vrijheid van meningsuiting, dat is het punt niet. In een samenleving heb je overeenstemming nodig over iets van een gemeenschappelijke erkenning van feiten. Daarbij spelen rechters, wetenschappers en journalisten een belangrijke rol. Als die allemaal als ‘woke’ worden weggezet, dan ondergraaf je de gemeenschappelijkheid die nodig is om een democratie gezond te houden. Ik vind het vreselijk allemaal, stoppen met het checken van feiten….hoezo?
En het is overigens niet exclusief een Amerikaans probleem. Wilders noemt journalisten ’tuig van de richel’. Hij wil de publieke omroep afschaffen, geeft zelf nooit echte interviews en regeert bij voorkeur per tweet. Doodeng als je je realiseert dat dit een van de meest invloedrijke mensen van Nederland is.
Wat betekent dit voor de journalistiek?
We zullen hier doorheen moeten. Dit is wat big tech ons heeft aangedaan: iedereen op pad met hun eigen waarheid. En daar zit ook de opdracht in voor journalisten: minder meningen en meer feiten. In reactie op het succes van sociale media zijn veel nieuwsmedia zich ook gaan uitputten in het brengen van heel veel opinie. Ik denk dat goede journalistiek zich primair richt op het blootleggen van feiten en daar af en toe (een paar dagen later) commentaar op levert. Af en toe.
Het gaat allemaal veel pijn doen, maar binnen afzienbare tijd zullen we erachter komen dat we in hetzelfde bootje zitten (behalve Musk, die zit hopelijk op Mars) en samen verder moeten. En dat die gemeenschappelijke taal die we met elkaar moeten spreken toch echt grotendeels door wetenschappers, rechters, journalisten, dokters etc. wordt vormgegeven. In sommige opzichten nog steeds ‘een elite’ maar wel eentje die het beter voor heeft met de wereld dan die paar angstaanjagend rijke miljardairs.
Ik kan mij trouwens ook goed voorstellen dat zoiets als ‘Burgerberaad’ (deze week begint een groot Nationaal Burgerberaad Klimaat) een grote bijdrage gaan leveren in het ontwikkelen van die zo belangrijke gemeenschappelijke taal. Op het moment dat een brede selectie van burgers, van alle leeftijden, achtergronden, waarheden etc, etc….elkaar werkelijk ontmoeten, elkaar in de ogen kijken, dan realiseren ze zich dat ze allemaal grotendeels dezelfde zorgen hebben. Dan gaan ze elkaar vertrouwen en komen ze tot oplossingen die gedragen worden.
Hoe zie jij de link met digitale weerbaarheid?
Heel belangrijk! Zo vroeg mogelijk mee beginnen. Mediawijsheid zou net als lezen en schrijven al op de basisschool onderwezen moeten worden. Wat is een feit? Hoe belangrijk is overeenstemming over feiten? En hoe weet je dat? Of alweer iets moeilijker: wat is waarheidsvinding. Maar voor nu is de eerste stap weten dat mensen als Musk, Zuckerberg en Trump niet te vertrouwen zijn. Die zijn vooral met zichzelf bezig.